Nooit meer
Het was een ontroerend en ongedwongen afscheid geweest. Mooie herinneringen passeerden de revue, aangrijpende momenten werden afgewisseld met humoristische anekdotes waar hartelijk om gelachen werd. Een spreker oogstte zelfs een spontaan applausje.
De condoleance na afloop verliep in eenzelfde sfeer. Geen lange rij langs de familie of bedrukte stilte. Er klonk een gezellig geroezemoes terwijl de broodjes staand of zittend met smaak gegeten werden. Hier en daar werd er, na het eerste kopje koffie, een glaasje wijn gedronken.
Toen het moment daar was om de overledene uitgeleide te doen, stonden de jonge dragers van een studentenvereniging klaar om de kist op hun schouders naar buiten te dragen. De genodigden vormden ondertussen een erehaag. Onder de bezielende weergave van een Ave Maria die menigeen kippenvel bezorgde, maakte een oudere meneer heel zachtjes een opmerking. Zijn begeleider boog voorover om hem te kunnen verstaan en vroeg op gedempte toon, ‘Wat zeg je?’ Hij herhaalde zijn woorden iets luider waardoor degenen die dicht bij hem stonden hem konden verstaan. Er volgde een ingetogen gelach, want de uitgeleide was nog gaande.
Zoals een kind wel en een volwassene niet met sommige opmerkingen kan wegkomen, geldt dat ook voor mensen die dementerend zijn. En wat deze meneer in zijn onschuld had gezegd, was ook nog eens waar. Het paste, goed beschouwd, ook wel bij de ongedwongen sfeer toen hij in alle onbevangenheid zei, ‘Die zien we nooit meer terug.’
© Petra van Eldik – Neleman
Terug naar overzicht