Mam
Mam, ik weet nog dat ik een keer griep had en een week ziek op bed lag. De dagen daarna krabbelde ik weer op, maar de trap oplopen - dat was een opgave. Ik dacht: zou dit nog goed komen?
Die keer begreep ik iets beter wat het voor jou betekende om longen te hebben die niet goed functioneerden. Ze noemen de lucht die je inademt niet voor niets levensadem. Elke teug heb je nodig voor elke stap die je zet, voor elk woord dat je spreekt.
Lekker buiten zitten was voor jou niet meer vanzelfsprekend als buurtjes een eindje verderop genoten van een knapperend houtvuurtje. Lekker banjeren langs het strand was een opgaaf en later zelfs onmogelijk. De kleinste dingen konden een grote uitdaging voor je zijn zoals jezelf verzorgen of een boterham smeren.
Het viel niet mee om het leven bij te benen naarmate je conditie achteruit ging. Toch wilde jouw sterke geest zich niet laten inhalen door je kwetsbare lichaam. Geen denken aan. Je gaf elk teugje kostbare adem met een glimlach. Tot het aller, allerlaatst. In jouw ogen zagen we onophoudelijk hoe lief je ons had. En wij jou.
Mam, op onverwachte momenten beneemt jouw liefde mij de adem. Nog steeds.
© Petra van Eldik – Neleman
Terug naar overzicht